Opsnappen
(snapte op, heeft opgesnapt), 1. met een snap, schielijk opeten; — bep. met opgesperde muil vangen en opslokken ; 2. plotseling grijpen en vand. vangen, bemachtigen, opdoen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(snapte op, heeft opgesnapt), 1. met een snap, schielijk opeten; — bep. met opgesperde muil vangen en opslokken ; 2. plotseling grijpen en vand. vangen, bemachtigen, opdoen.
J.H. van Dale (1898)
Opsnappen (snapte op, heeft opgesnapt), gulzig opeten, schielijk binnenslaan; — met opgesperden muil vangen en opslokken; (zeew.) (scherts.) het galjoen opsnappen, schoonmaken. OPSNAPPING, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: