Wat is de betekenis van Opsnappen?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsnappen

(snapte op, heeft opgesnapt), 1. met een snap, schielijk opeten; — bep. met opgesperde muil vangen en opslokken ; 2. plotseling grijpen en vand. vangen, bemachtigen, opdoen.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opsnappen

Opsnappen (snapte op, heeft opgesnapt), gulzig opeten, schielijk binnenslaan; — met opgesperden muil vangen en opslokken; (zeew.) (scherts.) het galjoen opsnappen, schoonmaken. OPSNAPPING, v.

Gerelateerde zoekopdrachten