Wat is de betekenis van Opsmeren?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsmeren

(smeerde op, heeft opgesmeerd), 1. op iets smeren: de dik opgesmeerde boter; 2. smerende verbruiken: al de boter is opgesmeerd ; — (Zuidn.) verteren, verkwisten: al zijn geld heeft hij opgesmeerd.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opsmeren

Opsmeren (smeerde op, heeft opgesmeerd), smerende verbruiken : al de boter is opgesmeerd; — (Zuidn) verteren, verkwisten: al zijn geld heeft hij opgesmeerd.

Gerelateerde zoekopdrachten