Wat is de betekenis van Opsluiter?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsluiter

m. (-s), 1. iets dat dient om op te sluiten, vast te zetten: opsluiter van de roerpen ; 2. laatste man van een gelid ; — laatste schip van een vlootformatie.

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

opsluiter

(1914) (sold.) klaploper. • Opsluiter: een klaploper. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) • Wie haastig eten uit een pot schept, maakt daarbij een beweging die wel wat op roeien lijkt. Het is dus niet vreemd dat haastig en vooral veel eten ook roeien genoemd wordt:...

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opsluiter

Opsluiter m. (-s), iets dat dient om op te sluiten, vast te zetten : opsluiter van de roerpen, — de laatste man van een gelid; — het laatste schip van eene vloot.

Gerelateerde zoekopdrachten