Opsluiten
(sloot op, heeft opgesloten), 1. achter slot en grendel brengen: iem. in een kamer opsluiten; — hij is opgesloten, in de gevangenis ; — in iets opgesloten liggen, er in geborgen, besloten, vervat zijn; volgen uit hetgeen gezegd is ; — zich opsluiten, de plaats waar men zich bevindt van binnen afsluiten: toen heeft hij zich in zijn...