Opslechten
(slechtte op, heeft opgeslecht), 1. gelijk en effen maken: de spanten, de buitenhuid van een schip opslechten; een weg opslechteji; 2. (zeew.) opknappen, voorzien.
Van Dale Uitgevers (1950)
(slechtte op, heeft opgeslecht), 1. gelijk en effen maken: de spanten, de buitenhuid van een schip opslechten; een weg opslechteji; 2. (zeew.) opknappen, voorzien.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(slechtte op, heeft opgeslecht) 1. effen maken: de buitenhuid van een schip -. 2. Scheepst. opknappen.
J.H. van Dale (1898)
Opslechten (slechtte op, heeft opgeslecht), gelijk en effen maken : een weg opslechten; (zeew.) opknappen, voorzien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: