Opschokken
(schokte op, heeft en is opgeschokt), 1. (overg.) door schokken naar boven doen gaan; 2. (onoverg.) met een schok in de hoogte gaan.
Van Dale Uitgevers (1950)
(schokte op, heeft en is opgeschokt), 1. (overg.) door schokken naar boven doen gaan; 2. (onoverg.) met een schok in de hoogte gaan.
Marc De Coster (2020-2025)
(1964) (inf.) betalen. Vgl. ophoesten*. • „En wat dóét hfl voor zijn deel?" vroeg Mark sarcastisch. „Een smerige tienduizend inzetten en —" Jack viel hem snel in de rede. „Nou, hij zou meer opschokken als dat nodig mocht zijn, maar we moeten dan eerst bewijzen, dat we het nodig hebben." (Algemeen Handelsbl...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Opschokken (schokte op, heeft en is opgeschokt), door schokken naar boven brengen, opwaarts voeren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: