Wat is de betekenis van Opschoeien?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opschoeien

(schoeide op, heeft opgeschoeid), met aarde of planken aanhogen; de schoeiing van een vaarwater verhogen.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opschoeien

schoeide op, h. opgeschoeid (met planken en aarde hoger maken, aanhogen): een dijk opschoeien.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opschoeien

('op) (schoeide op. heeft opgeschoeid) de schoeiing ervan verhogen: een dijk -.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opschoeien

(schoeide op, heeft opgeschoeid), met aarde of planken aanhogen; de schoeiing van een vaarwater verhogen.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opschoeien

Opschoeien (schoeide op, heeft opgeschoeid), met aarde of planken aanhoogen; de schoeiing verhoogen (een dijk, eene gracht, een kanaal). OPSCHOEIING, v. (-en).

Gerelateerde zoekopdrachten