Wat is de betekenis van Oproerling?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oproerling

m. en v. (-en), OPROERLINGE, v. (-n), persoon die deelneemt aan een oproer of oproer verwekt.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oproerling

m. en v. oproerlingen (oproermaker): sterf oproerling! voor het v. ook oproerlinge, oproerlingen.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oproerling

('op) m. (-en) hij die aan een oproer deelneemt.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oproerling

m. (-en), persoon die deelneemt aan een oproer of die oproer verwekt.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oproerling

Oproerling m. en v. (-en), ...LINGE, v. -n), iem. die oproerig is, die aan een oproer deelneemt.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)