Wat is de betekenis van Opper, Opperd?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opper, Opperd

Opper, opperd m. (-s), schuilplaats, luwte tegen den wind: wij zaten in het oppertje en hadden dus geen last van den wind; — rustige ligplaats voor schepen van visschers. OPPERTJE en OPPERDJE, o. (-s).