Opmaker
m. (-s), 1. (Zuidn.) opruier; 2. verkwister, doorbrenger; 3. (drukk.) die het gezette in pagina’s afdeelt; 4. persoon die het vlas opmaakt, tot bundels (knutten) samenvoegt.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. (Zuidn.) opruier; 2. verkwister, doorbrenger; 3. (drukk.) die het gezette in pagina’s afdeelt; 4. persoon die het vlas opmaakt, tot bundels (knutten) samenvoegt.
Getty Research Institute (1990)
opmaker - Personen die voor het afdrukken zetplankjes met zetletters, illustraties en opschriften volgens proefopmaak opstellen, groeperen en vastzetten.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Opmaker m. (-s), verkwister, doorbrenger; hersteller (van hoeden enz.); vouwer, oproller; kwaadstoker, aanhitser.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: