Oploper
m. (-s), 1. persoon die naar omhoog loopt of lopende iets in de hoogte brengt: de oplopers van het anker; 2. iem. die iets zoekt op te sporen of te bemachtigen : oplopers en najagers van grillige effecten (Kneppelhout); 3. (zeew.) schip dat in dezelfde richting vaart en het eigen vaartuig inhaalt.