Wat is de betekenis van Opleukeren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opleukeren

(leukerde op, heeft en is opgeleukerd), (gewr.) 1. (van spijzen en dranken) opwarmen: overgeschoten eten, koffie opleukeren ; 2. opvrolijken: hetzij hij de oude besten met zijn vrolijke invallen opleukerde bij het spinnewiel (Beets); 3. (onoverg.) weer opvrolijken; 4. (van vuur) helderder doen branden: een kooltje vuur opleukere...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opleukeren

leukerde op, h. opgeleukerd (opvrolijken, doen opleven): Teun de Jager wist de oude besten met zijn vrolijke invallen op te leukeren.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opleukeren

('op) (leukerde op, opgeleukerd) Volkst. [leukl 1. opvrolijken, opmonteren: iemand met zijn grappen 2. (is) weer vrolijk, opgewekt worden: in de loop van de avond leukerde hij weer op.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opleukeren

Opleukeren (leukorde op, heeft opgeleukerd), (gew.) overgeschoten eten, koffie opleukeren, opwarmen; — (gew.) iem. wat opleukeren, opvroolijken; — (gew.) een kooltje vuur opleukeren, doen aangloren.

Gerelateerde zoekopdrachten