Wat is de betekenis van Opleiding?

v., mv. ongew., 1. het naar boven leiden van iets : de opleiding van water door middel van pompen; 2. het opleiden, het onderrichten of (inz.) het opgeleid worden; onderricht dat men geniet, vorming: zijn opleiding ontvangen; een wetenschappelijke, een militaire opleiding.

Wordt naar analogie met de ISCED 1997 beschouwd als een selectie van één of meer onderwijsactiviteiten of cursussen. Het is de basiseenheid van classificatie van onderwijsprogramma's in de SOI en de ISCED. Toelichting SOI en ISCED kunnen worden toegepast op een opleiding die iemand volgt of heeft gevolgd (al dan niet met succes a...

opleiding - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-lei-ding 1. groot aantal verschillende lessen die je kunt volgen om iets te worden of te leren ♢ hij volgt een opleiding voor automonteur Zelfstandig naamwoord: op-lei-ding ...

Onderwijs dat iemand heeft genoten, of soort onderwijs.

Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op het behalen van een diploma. Elke opleiding wordt afgesloten met een examen. In de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) wordt onderscheid gemaakt tussen beroepsopleidingen en opleidingen educatie.

s., oplieding; een — voor boer krijgen, foar boer op sille; een — in de muziek krijgen, yn ’e muzyk op sille.

v. opleidingen (Z.-N. het opbrengen in bet. 5; geestelijke of zedelijke vorming, opkweking tot enig vak of ambt): een wetenschappelijke opleiding genieten.

('op) v. (-en) het opleiden: een wetenschappelijke genieten aan een hogeschool.

De geschiedenis van de opleiding tot den dienst des Woords bij de Gereformeerden is beschreven door Dr H. H. Kuyper in zijn proefschrift (1891). Over de academische opleiding der predikanten door de Hoogleeraren der Groninger richting klaagden in 1842 de „Zeven Haagsche Heeren” in hun Adres aan de Algemeene Synode der Nederlandsch Hervo...