Wat is de betekenis van oplader?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oplader

m. (-s), die oplaadt.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oplader

oplader - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-la-der 1. toestel dat accu's of batterijen oplaadt ♢ als ik op vakantie ga neem ik altijd de oplader van mijn mobieltje mee Zelfstandig naamwoord: op-la-der de oplader...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oplader

Oplader m. (-s), die oplaadt.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press