Wat is de betekenis van Opkoteren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opkoteren

(koterde op, heeft opgekoterd), (Zuidn.) 1. oprakelen: het vuur opkoteren; 2. wakker maken, iem. doen opstaan, uit zijn bed halen; 3. aansporen, aanporren: iemand opkoteren om zijn gedachte uit te voeren.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opkoteren

(koterde op, heeft opgekoterd) 1. Eig. oprakelen : het vuur -. 2. Metf. aansporen : een luie vlegel -.