opIuisteren
(luisterde op, heeft opgeluisterd), I. (overg.) 1. glans geven, luister bijzetten: een feest opiuisteren; 2. (fig.) ophelderen: iets metveelsprekende voorbeelden opiuisteren; II. (onoverg.) (van de ogen, het gelaat) verhelderen, gaan stralen.