Opheffer
m. (-s), 1. iem. die opheft; 2. (wev.) een der onderdelen van de rolstoel op het passementwerkersgetouw; 3. spier die een lichaamsdeel opheft; 4. (rechtst.) faillissement waarvan aanstonds na de uitspraak te zien is, dat het wegens gebrek aan baten weer zal moeten worden opgeheven.