Wat is de betekenis van opgeleefd?

2025-07-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opgeleefd

(bn.) afgeleefd, krachteloos, uitgeput. Een aantal van onze leerlingen die een opleiding volgen voor tewerkstelling in een beschermd arbeidsmilieu wordt ondergebracht in een houten gebouw dat totaal opgeleefd is. - GvA, 27-07-2002.

2025-07-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

opgeleefd

Van pers.: oud en zwak, uitgeput, krachteloos, afgeleefd. De kapelaan zou voor de biechtelingen zorgen en voor de berechting van mevrouw Delacroix die opgeleefd was en naar de olie verlangde, ELSSCHOT 1960, 375.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten