Wat is de betekenis van Opérer?

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Opérer

I. opereren; uitwerken, bewerken, teweegbrengen, verrichten; aanbrengen; II. werken [v. geneesmiddelen]; II. s’opérer, plaats grijpen (hebben), gebeuren.

Gerelateerde zoekopdrachten