Wat is de betekenis van Openliggen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Openliggen

(lag open, heeft opengelegen), 1. opengeslagen, geopend liggen: het boek lag open; 2. (Zuidn.) zijn been ligt open, vertoont open wonden; 3. open, onbeschut, voor ieder toegankelijk liggen; 4. onbedekt liggen; 5. vrij voor het oog liggen, zichtbaar zijn; ook fig.

2025-07-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

openliggen

Van een kleur: een kleur waarin de leider geen stopper (meer) bezit. Gezegd wordt bijvoorbeeld: ‘de ruiten liggen (of staan) open’.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

openliggen

lag open, h. opengelegen (Z.-N. wonden vertonen).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

openliggen

('o:pən) (lag open, heeft opengelegen) 1. geopend liggen: een boek kan -. 2. zichtbaar zijn: en het landschap lag voor mij uren ver open. 3. niets verborgens hebben: haar hart lag voor hem open.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

openliggen

(lag open, heeft opengelegd), 1. geopend liggen: het boek lag open; 2. zijn been ligt open, vertoont open wonden; 3. open, onbeschut, voorieder toegankelijk zijn; 4. vrij voor het oog liggen, zichtbaar zijn; ook fig.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Openliggen

Openliggen (lag open, heeft opengelegen), niet dicht, geopend liggen : het boek lag open.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten