Wat is de betekenis van openingstijd?

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

openingstijd

Het begrip openingstijd heeft 4 verschillende betekenissen: 1) openingsperiode in een dag. deel van een dag tussen bepaalde tijdstippen waarin een bedrijf, instelling of balie enz. toegankelijk is voor klanten of publiek; periode in een dag waarin iets open is. Vaak in het meervoud. 2) openingstijdstip. tijdstip waarop een bed...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

openingstijd

openingstijd - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-pe-nings-tijd 1. de tijd waarin iets open is ♢ de openingstijd van deze winkel is van 9 tot 6 2. de tijd waarin een sporter het eerste deel van een totale afstand aflegt...

2025-07-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

openingstijd

(de; -en) SP - tijd waarin een atleet het eerste gedeelte van de totale afstand, bv. de eerste baanronde, aflegt. → tussentijd, eindtijd

2025-07-28
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

openingstijd

(de; -en) LO - tijd waarin een atleet het eerste gedeelte van de totale afstand, bv. de eerste baanronde, aflegt.

2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press