Wat is de betekenis van openhartig?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Openhartig

bn. bw. (-er, -st), oprecht, rondborstig,, zich vrijelijk uitende: hij was openhartig genoeg om mij te bekennen....; hij is al te openhartig, hij zegt meer dan hij verantwoorden kan; — blijk gevend van die eigenschap: een openhartige bekentenis; — bw.: openhartig spreken, antwoorden.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

openhartig

openhartig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-pen-har-tig 1. wie gemakkelijk over zijn gevoelens vertelt ♢ Eva is gewoonlijk erg openhartig tegen me 1. een openhartig gesprek [waarin persoonlijke...

2025-07-27
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

openhartig

zie rondborstig

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

openhartig

ronduit, opreg.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Openhartig

adj. & adv., iepenhertich, rjochtút, oprjocht.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

openhartig

bn., bw. (oprecht, hartelijk, rondborstig, gul); een openhartige bekentenis; openhartig zijn; openhartig spreken, antwoorden.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

openhartig

(‘opən'hartəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. geneigd om zich vrij te uiten zonder iets te verbergen. Syn. ➝ gul. 2. zich vrijelijk uitend, zonder iets te verbergen: zijn; antwoorden. Syn. oprecht, rond➝ borstig. Tgst. ➝ geveinsd.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

openhartig

bn. en bw. (-er, -st), oprecht, rondborstig, hartelijk: een openhartiggesprek.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Openhartig

Openhartig bn. bw. (-er, -st), oprecht, hartelijk, rondborstig, gul: openhartig zijn, spreken, antwoorden, bekennen. OPENHARTIGHEID, v.