Wat is de betekenis van Openhalen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Openhalen

(haalde open, heeft opengehaald), 1. door halen, trekken openen, doen opengaan: de gordijnen openhalen; 2. al trekkende, door aan iets te blijven hangen, een opening, een scheur maken in: ik heb mijn jas opengehaald aan een spijker; zijn hand aan een speld openhalen.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

openhalen

(haalde open, heeft opengehaald), door aan iets te blijven hangen een opening, een scheur maken in: zijn hand aan een spijker openhalen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Openhalen

Openhalen (haalde open, heeft opengehaald), door halen, trekken openen, doen opengaan : de gordijnen openhalen; — ik heb mijn jas opengehaald aan een spijker, er een winkelhaak in gemaakt; — aan eene speld zijn hand openhalen.