Wat is de betekenis van Opblinken?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opblinken

(blinkte op, heeft opgeblonken), (Zuidn.) oppoetsen, inz. van schoeisel en koper.

2025-07-23
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

opblinken

oppoetsen Hij neemt een paar halve stokbroden, een mes, servetten en twee glazen uit de tas, blinkt de glazen nog eens op met de keukenhanddoek waar hij ze in had gewikkeld, en geeft ze aan mij. (Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 4

2025-07-23
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

opblinken

oppoetsen (het tafelzilver opblinken)

2025-07-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opblinken

(blonk op, opgeblonken) oppoetsen. En de trotse eigenaars van de bolides... die hadden de handen vol met opblinken en kuisen na elke zoveelste regenbui. - LN, 22-07-2002.

2025-07-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

opblinken

(Schoenen, koper enz.) oppoetsen. Ze ... trachtte hem af te leiden met prentenboeken en wandelingen door het park van het ziekenhuis. Dan fleurde hij op als een appel die je opblinkt, DURNEZ z.j. (± 1958), 119. Om het herhaalde opblinken te vermijden kan de schotel na een grondige beurt gevernist worden met metaalvernis dat kleurloos is en...

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opblinken

blonk op, h. opgeblonken (Z.N. oppoetsen).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opblinken

(blonk op, heeft opgeblonken) oppoetsen : schoenen, koper -.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opblinken

Opblinken (blinkte op, heeft opgeblonken), (Zuidn.) oppoetsen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)