op en neer gaan
(1988) (inf.) copuleren, neuken. Al in de 15de eeuw: op en onder gaan, op en neer spelen. In het prostitutiemilieu is een op-en-neertje een gewone coïtus: de man ligt bovenop de vrouw en `doet zijn ding'. • Er kwam geen einde aan, aan alle geneuk, genaai, gekrik, gekets, gekaai, gejens en gedop. Het hele land ging op en neer. (J.A. Deelde...