Wat is de betekenis van op de maan zitten?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

op de maan zitten

(1977) (sch.) afwezig zijn, er geestelijk niet bij zijn. 'Zit je weer op de maan?' • Ik droogde gewillig af. Dat is wel het minste wat een man kan doen, zei ze ontevreden. Zoals bij fietsen kon ik er ongemerkt bij nadenken. Hélaba, zit g’op de maan? riep ze soms en wapperde even met een hand voor mijn ogen. (Jef Geeraerts: Gangree...