op de lamp leunen
(1920+) (ton.) ieder woord afwachten als speler; op de souffleur pelen. Syn.: op de pit* leunen; pitten*. • (F.A. Stoett: Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. 1923-1925) • op de lamp (de pit) leunen. (Ludovicus Brouwers: Het juiste woord. 1965) • Merkwaardig is ook dat bekken [goed in de mond liggen:...