op de flacon gaan
(1885) (sch.) geen geld meer hebben; bankroet gaan. Syn.: op de fles* gaan. • … dat ik in elk geval een boffer was, want dat het er voor mij minder toedeed of de ‘hele kluit op de flacon ging’. (P.A. Daum: Uit de suiker in de tabak. 1885) • Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologi...