Oostmoesson
m. (-s), moesson die uit het Oosten waait; (ook) tijdperk gedurende hetwelk zulks geschiedt, de droge tijd (op Java van eind Mei tot eind October).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), moesson die uit het Oosten waait; (ook) tijdperk gedurende hetwelk zulks geschiedt, de droge tijd (op Java van eind Mei tot eind October).
M. J. Koenen's (1937)
m. (O.-I. moesson uit het Z.-O.; de droge tijd van deze moesson); op Java, van Mei tot November.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('o:st) m. (-s) 1. Eig. uit het oosten waaiende droge moesson, op Java van half april tot half oktober. 2. Metn. tijd dat de oostmoesson waait.
J.H. van Dale (1898)
Oostmoesson m. (-s), de moesson die uit het oosten waait, (ook) het tijdperk gedurende hetwelk zulks geschiedt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: