Wat is de betekenis van Oogstdag?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oogstdag

m. (-en), dag waarop men oogst, tijd van de oogst: licht is de oogstdag ons nabij.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oogstdag

('o:chst) m. (–en) dag, tijd van de oogst: de – nadert.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oogstdag

Oogstdag m. (-en), een dag, de tijd van den oogst: licht is de oogstdag ons nabij.

Gerelateerde zoekopdrachten