oögonium
(G., gonos = nageslacht). 1. Vrouwelijk geslachtsorgaan bij sommige algen en schimmels, bevat eicel(len). 2. Bij dieren voorstadium van de eicel, ➝ gametogenese.
G. Th. van Kempen (1974)
(G., gonos = nageslacht). 1. Vrouwelijk geslachtsorgaan bij sommige algen en schimmels, bevat eicel(len). 2. Bij dieren voorstadium van de eicel, ➝ gametogenese.
Veerman (1954)
is de vrouwelijke geslachtscel bij wieren en Phycomyceten, die na bevruchting met één of meer kernen van een antheridium, een of meer oösporen vormt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Oögonium - heet bij lagere planten (wieren en schimmels) het deel, waarin de eicel ontstaat.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-niën, -nia), 1. (dierkunde) ontwikkelingsstadium van de eicel, ontstaan uit een oerkiemcel of oergeslachtscel, en waaruit de oöcyt (bijna rijpe eicel) ontstaat; 2. (plantkunde) een meercellig gametangium.
J. Kramer (1908)
vrouwelijk orgaan van talrijke wieren en zwammen, dat slechts uit een enkele cel bestaat, wier inhoud uitgroeit tot een of meer eicellen of oösphaeren, (vrouwelijke cellen). Bij de rijpheid opent het 0. zich, zoodat dan de mannelijke cellen, de spermatozoïden, bij de eicellen kunnen komen. De door de bevruchting uit de eicellen ontstaande...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: