Onze lieve heer heeft wonderlijke kostgangers
God geeft den kost aan alle; en zekerlyk daar onder zyn al grillige herssens, en vreemde fatzoenen. ’t Is waarheid: God schiep geen mond, of hy schiep’er een brood toe.
Carolus Tuinman (1726)
God geeft den kost aan alle; en zekerlyk daar onder zyn al grillige herssens, en vreemde fatzoenen. ’t Is waarheid: God schiep geen mond, of hy schiep’er een brood toe.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: