Wat is de betekenis van Onwraakbaar?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onwraakbaar

bn. (-der, -st), 1. niet gewraakt, niet geweigerd kunnende worden in zekere hoedanigheid : een onwraakbaar getuige; een onwraakbaar rechter; 2. stellig geloof verdienende, onwederlegbaar, waar niets tegen ingebracht kan worden: een onwraakbaar bewijs, recht; onwraakbare gevolgtrekking.

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onwraakbaar

wat nie afgekeur of geweier kan word nie.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onwraakbaar

bn. (1 niet te wraken of af te wijzen; 2 onafwijsbaar; 3 waar niets tegen ingebracht kan worden): 1. een onwraakbare getuige; 2. een onwraakbare rechter; 3. een onwraakbaar recht.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onwraakbaar

(on‘vra:ʞba:r) bn. (-der, -st) 1. niet gewraakt, niet geweigerd kunnende worden, geloof, vertrouwen verdienend : een getuige, rechter. 2. onweerlegbaar; een bewijs.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onwraakbaar

bn. (-der, -st), 1. niet geweigerd kunnende worden in een bepaalde hoedanigheid: een onwraakbare getuige; een onwraakbaar rechter; 2. onweerlegbaar, waar niets tegen ingebracht kan worden: een bewijs, recht; onwraakbare gevolgtrekking.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onwraakbaar

bn. (-der, -st), niet gewraakt, niet geweigerd kunnende worden in zekere hoedanigheid : een onwraakbaar getuige; een onwraakbaar rechter; — stellig geloof verdienende, onwederlegbaar : een onwraakbaar bewijs; een onwraakbaar recht; onwraakbare gevolgtrekking. ONWRAAKBAARHEID, v.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)