Wat is de betekenis van Onweeren?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onweeren

(onweerde, heeft geonweerd), donderen en bliksemen : 't heeft den ganschen morgen geonweerd; inz. donderen : ik hoor het in de verte onweeren.

Gerelateerde zoekopdrachten