Wat is de betekenis van Onvroed?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onvroed

bn., (veroud.) onverstandig.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onvroed

bn. (veroud.), onverstandig.

2025-07-22
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Onvroed

Onvroed, bn. en bijw. verstandeloos, onvoorzigtig. *-HEID, v. gmv. *...VROMIGHEID, v. gmv. ongodsdienstigheid; goddeloosheid, slechtheid. *...VROOM, bn. en bijw. (...omer, -st), *...VROMELIJK, bijw. niet vroom, ongodsdienstig; slecht.