Onvriend
m. (-en), (w. g.) vijand: door vriend en onvriend betreurd; iem. te onvriend hebben, maken.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), (w. g.) vijand: door vriend en onvriend betreurd; iem. te onvriend hebben, maken.
M. J. Koenen's (1937)
m. onvrienden: thans zijn ze onvrienden, d. i. geen vrienden; hij stierf van vriend en onvriend beweend, vijanden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('on) m. (-en) 1. niet vriend : thans zijn ze -en. 2. vijand, maar nadrukkelijker : iemand te hebben, maken; door vriend en beweend.
J.H. van Dale (1898)
m. (-en), (w. g.) vijand : uw Heer Broeder, van wien ik niet als onvriend scheiden mag; iem. te onvriend hebben, maken.
I.M. Calisch (1864)
Onvriend, m. (-en), vijand na vooraf vriend geweest te zijn; met iem. -en zijn, de vriendschap met iem. afgebroken hebben; iem. ten - hebben, iem. tegen zich hebben. *-ELIJK, bn. en bijw. (-er, -st), niet vriendelijk; onwellevend; stuursch, barsch. -HEID, v. *-SCHAP, v. gmv. gebrek aan vriendschap; wraak, haat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: