Wat is de betekenis van Onvoltallig?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onvoltallig

bn., niet het volle aantal tellend: hoe onvoltalliger een compagnie was, des te meer soldij hield de overste voor zich zelf; de vergadering was onvoltallig.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onvoltallig

bn. (niet op het juiste tal).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onvoltallig

(onvol'talləch) bn. niet op het juiste getal : een -e troepenafdeling.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onvoltallig

bn. niet voltallig: hoe onvoltalliger eene compagnie was, des te meer soldij hield de overste voor zich zelf. ONVOLTALLIGHEID, v.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten