Onvolkomenheid
v., 1. onvolledigheid: de onvolkomenheid van alle menselijke kundigheden; 2. onvolmaaktheid : de menselijke onvolkomenheid; 3. (...heden), opzicht waarin iets onvolkomen is ; — zedelijk gebrek : onze onvolkomenheden.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. onvolledigheid: de onvolkomenheid van alle menselijke kundigheden; 2. onvolmaaktheid : de menselijke onvolkomenheid; 3. (...heden), opzicht waarin iets onvolkomen is ; — zedelijk gebrek : onze onvolkomenheden.
Muiswerk Educatief (2017)
onvolkomenheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-vol-ko-men-heid 1. wat niet volmaakt is ♢ we hebben allemaal onze onvolkomenheden Zelfstandig naamwoord: on-vol-ko-men-heid de onvolkomenheid ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
onvolkomenheid - Onregelmatigheden in het oppervlak of de structuur van iets, waardoor het object wordt verzwakt of mislukt, of waardoor het uiterlijk ervan wordt bedorven.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. onvolledigheid: de onvolkomenheid van alk menselijke kundigheden; 2. onvolmaaktheid: de menselijke onvolkomenheid; 3. (-heden), zedelijk gebrek: onze onvolkomenheden.
J.H. van Dale (1898)
v. onvolledigheid: de onvolkomenheid van alle menschelijke kundigheden; onvolmaaktheid : de menschelijke onvolkomenheid; — (mv. ...heden), zedelijk gebrek: onze onvolkomenheden alleen zijn niet van U, o God.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: