Wat is de betekenis van onvoldoend?

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onvoldoend

onvoldoend - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet toereikend Het vertoonde een onvoldoend vermogen daarop te reageren. Woordherkomst Afgeleid van voldoend met het voorvoegsel on-

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onvoldoend

adj. & adv., ûnfoldwaend, ûntarikkend.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onvoldoend

1 bn., bw. (niet toereikend): met onvoldoende middelen; zijn uitspraak was onvoldoende; een onvoldoend cijfer; hij is onvoldoende; dat is onvoldoend beantwoord; 2 onvoldoende, o. onvoldoendes (onvoldoend cijfer): ik had drie onvoldoendes.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onvoldoend

(onvol'doent) bn. en bw. 1. niet toereikend : een -e hoeveelheid, kennis; een cijfer behalen; iets beantwoorden. Tgst. afdoend. 2. onbevredigend: de -e afloop van die onderneming.