Wat is de betekenis van Onverzeld?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onverzeld

bn., niet door iem. vergezeld, alleen: onverzeld uitgaan.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onverzeld

bn. (alleen): de dame ging onverzeld op reis, zonder gezelschap.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onverzeld

(onvər'zelt) bn. en bw. niet vergezeld : uitgaan.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onverzeld

bn. niet door iem. vergezeld, alleen: onverzeld uitgaan.

Gerelateerde zoekopdrachten