Wat is de betekenis van Onverwonnen?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onverwonnen

bn., niet overwonnen, zonder overwonnen te zijn : door ’t zwaard der dappren onverwonnen; — onoverwinbaar: ’t onverwonnen volk in ’t land der Batavieren gevestigd.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onverwonnen

bn. (niet of nooit overwonnen; ook: onverwinbaar): een onverwonnen held.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onverwonnen

(onvər'wonnan) bn. 1. niet overwonnen: zij lieten hem gaan. 2. onoverwinbaar : een volk.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onverwonnen

bn. niet overwonnen, zonder overwonnen te zijn : door ’t zwaard der dapperen onverwinnen; — nog nooit overwonnen, onoverwinbaar: ’t onverwonnen volk in ’t land der Batavieren gevestigd.

Gerelateerde zoekopdrachten