Wat is de betekenis van Onverdiend?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onverdiend

bn. bw., niet verdiend: hoe komt toch de maand Maart aan die onverdiende naam van lentemaand? ; de prooi van onverdiende schande ; — bw., zonder het te verdienen : ik had de smaad onverdiend gedragen.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onverdiend

adj. & adv., ûnfortsjinne.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onverdiend

bn., bw. (niet verdiend): een onverdiende straf; een schande onverdiend dragen.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onverdiend

(onvər'di:nt) bn. en bw. niet verdiend : een -e straf; de smaad dragen.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onverdiend

bn. bw. niet verdiend: hoe komt toch de maand Maart aan dien onverdienden naam van lentemaand ?; de prooi van onverdiende schande; — bw. zonder te verdienen datgene waarvan sprake is: ik had den smaad onverdiend gedragen.

Gerelateerde zoekopdrachten