Wat is de betekenis van onverdachts?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onverdachts

bw., (Zuidn.) onvoorziens, onverwachts.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onverdachts

onverdachts - Bijvoeglijk naamwoord 1. paritief van de stellende trap van onverdacht Woordherkomst onverdacht met de uitgang -s

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onverdachts

bw. (Z. A.) onvoorziens, onverwachts.

Gerelateerde zoekopdrachten