Wat is de betekenis van Onvaarbaar?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onvaarbaar

bn., zo dat het niet mogelijk is te varen: het is onvaarbaar weer.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onvaarbaar

bn. onbevaarbaar; zoo dat het niet mogelijk is te varen : het is onvaarbaar weer.

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Onvaarbaar

Onvaarbaar, bn. (-der, -st), niet te bevaren (van eene rivier enz.); het is - weêr, de weêrsgesteldheid gedoogt niet het uitvaren of, - zee te kiezen. *-HEID, v. *...VAARDIG, bn. en bijw. niet gereed; niet vaardig, niet handig. *...VALSCH, bn. en bijw. (-er, meest-), -ELIJK, bijw. opregt. -HEID, v. gmv. *...VAST, bn. en bijw. (-er, m...

Gerelateerde zoekopdrachten