Onuitputbaar
bn., niet uitgeput kunnende worden, meest fig. : een onuitputbare schat; haar lachlust scheen onuitputbaar.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., niet uitgeput kunnende worden, meest fig. : een onuitputbare schat; haar lachlust scheen onuitputbaar.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (niet uit te putten): een onuitputbare bron; fig. een onuitputbare schat, meestal: o n u i t p u t t e l ij k.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
bn. niet uitgeput kunnende worden, meest fig.: een onuitputbare schat; haar lachlust scheen onuitputbaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: