Ontrefbaar
bn., 1. niet te treffen: de vijand hield hem voor ontrefbaar. 2. (w. g.) ongevoelig: ontrefbaar voor het schoon.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. niet te treffen: de vijand hield hem voor ontrefbaar. 2. (w. g.) ongevoelig: ontrefbaar voor het schoon.
J.H. van Dale (1898)
bn. niet te treffen : de vijand hield hen voor ontrefbaar; ongevoelig: ontrefbaar voor het schoon. ONTREFBAARHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: