Wat is de betekenis van ontgoocheld?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontgoocheld

bn., zijn illusie of schone verwachtingen) verloren hebbend, teleurgesteld: ontgoocheld keerde hij terug van het bezoek waarvan hij zich zoveel had voorgesteld; hij was ontgoocheld en verbitterd.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontgoocheld

ontgoocheld - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van ontgoochelen