Ontbloot
bn., niet in het bezit van, verstoken van hetgeen een bep. noemt: hij is niet ontbloot van aanleg; een streek ontbloot van al datgene wat aan een woest landschap schoonheid geeft.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., niet in het bezit van, verstoken van hetgeen een bep. noemt: hij is niet ontbloot van aanleg; een streek ontbloot van al datgene wat aan een woest landschap schoonheid geeft.
Wiktionary (2019)
ontbloot - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbloten 2. gebiedenwijs van ontbloten 3. voltooid deelwoord van ontbloten
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
ontbloot - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-bloot 1. niet door kleding bedekt ♢ zij had haar schouders ontbloot 1. dat is niet van belang ontbloot [dat is belangrijk] Bijvoeglijk...
Jozef Verschueren (1930)
(ont’blo:t) bn. (ontblote) 1. bloot gemaakt: een ontblote kling. 2. verstoken : hij is niet van aanleg. 3. beroofd: niet van waarschijnlijkheid -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. bloot gemaakt, naakt: met bovenlijf voor het röntgenscherm staan; 2. niet in het bezit van, verstoken van; vaak met ontkenning als litotes: het is niet van belang ontbloot.
J.H. van Dale (1898)
bn. niet bezittende wat de bepaling noemt: hij is niet ontbloot van geest; een streek ontbloot van al datgene wat aan een woest landschap schoonheid geeft.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: