Ontbinden
(ontbond, heeft ontbonden), 1. wat of wie gebonden is losmaken: een geboeide ontbinden; een knoop ontbinden; — een huwelijk ontbinden, de scheiding van gehuwden uitspreken. 2. (dicht.) bevrijden: wie kan mij van mijn schuld ontbinden? 3. (van vergaderingen en verenigingen) uiteen doen gaan of opheffen: de Koning...