Wat is de betekenis van Ontberen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontberen

(ontbeerde, heeft ontbeerd), iets missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet ontberen; het nodige ontberen; — (spr.) die veel begeert, veel ontbeert.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontberen

ontberen - Werkwoord 1. (ov) iets missen waaraan men grote behoefte heeft Woordherkomst Afgeleid van een oud, oorspronkelijk sterk werkwoord *beren (vanwaar nog geboren, vgl. Engels: to bear) dat o.a. dragen betekende en met het voorvoegsel ont-.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontberen

ontberen - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-be-ren 1. missen van wat je heel hard nodig hebt ♢ wij moesten haar hulp ontberen Regelmatig werkwoord: ont-be-ren ik ontbeer jij/u ontbeer...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontberen

v., misse.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontberen

ontbeerde, h. ontbeerd (missen [waaraan men grote behoefte heeft]; niet bezitten): het nodige ontberen; iets niet kunnen ontberen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontberen

(‘be:rən) (ontbeerde, heeft ontbeerd) niet bezitten, met het bijdenkbeeld dat men het gemis diep voelt: iemands hulp moeten -. Syn. → derven.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontberen

(ontbeerde, heeft ontbeerd), (iets) missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet het nodige ontberen; (spr.) die veel begeert, veel ontbeert.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

ontberen

ontberen ww. '(iets) missen, niet hebben' categorie: leenwoord Mnl. vmberen (met assimilatie -ntb- > -mb-) 'nalaten', ontberen 'id.' in dis ic ongerne Ontbere 'waaraan ik me niet graag onttrek' [1265-70; VMNW], 'missen, ontberen' [1265-70; VMNW]. Afleiding met het voorvoegsel ...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontberen

(ontbeerde, heeft ontbeerd), iets missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet ontberen; — (spr.) die veel begeert, veel ontbeert. ONTBERING, v. (-en), het gemis van noodzakelijke levensbehoeften: het vasten gewoon, verduurde ik de ontbering van voedsel met gelatenheid; uitgeput door langdurige ontberingen.